Verbinding met het goddelijke
Johan Van Acker
De karnâtaka sangîta of karnatische muziek uit Zuid-India is sterk inhoudelijk gericht, veel meer dan haar Noord-Indiase tegenhanger. Noem het precisie versus esthetiek. De muziek in de tempels blijft een belangrijke rol spelen als verbinding met het goddelijke. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat bij een concert lofliederen of hymnen – opgedragen aan de Hindoegoden – centraal staan. Alles is ingebed in klassieke melodische patronen (raga) en vaste schema’s met een klokvast ritme (tala).
De Zuid-Indiase traditie kent een rijk scala aan zielsroerende devotionele Hindoe-liederen gesteld in een heel divers literair palet. Verwacht u bij dit concert aan Telugu, Tamil, Sanskriet en Marathi. Centraal vanavond staan Rama – de zevende incarnatie van de god Visjnoe – en zijn echtgenote Sita. We horen hoe hindoes Rama om genade vragen om de lasten van het leven te kunnen dragen. Sita komt dan weer op voor haar rechten als vrouw, en stelt Rama ter discussie. Ook Sjiva (de vernietiger/redder) ontbreekt niet op het appel. Hij is naast Brahma (de schepper) en Visjnoe (de in stand houdende/onderhoudende) een van de drie belangrijkste hindoegoden (de zogenaamde Trimurti). Sjiva verschijnt in verschillende gedaantes, waaronder Nataraja (de kosmische danser), die schepping en vernietiging symboliseert door de Tandava-dans, en Sjiva in een menselijke vorm, vaak samen met zijn vrouw Parvati. De verschillende composities zijn van de hand van Sadguru Tyagaraja (1767-1847), Muthuswamy Dikshitar (1776-1835), Arunachala Kavi (1711-1779) en van de zussen Ranjani & Gayatri zelf.
Als vocaal duo staan de zussen Ranjani en Gayatri voor perfectie van sruti (toonhoogte), krachtige stembeheersing, rijke verbeelding en onberispelijke esthetiek. Tijdloze waarden die staan voor een even tijdloos klassiek repertoire, zonder in te boeten aan vernieuwing. Vooral met hun devotionele Hindoe-liederen weten ze te raken. Op een adembenemend dynamische manier gaan de stemmen van beide zussen de dialoog aan in een ragfijne verwevenheid, in de Indiase muziek omschreven als jugalbandi (letterlijk: verstrengelde tweeling). Met vaste hand leiden ze de muzikanten, het tempo aanhoudend en de maat van de compositie en het lied aangevend door tijdens het zingen op hun schoot de tala (ritmische cyclus) te slaan.
In hun recital in Gent krijgen de zussen melodische begeleiding door L. Ramakrishnan op viool (tussen voet en borst ingeklemd), en ritmisch door Sai Giridhar op mridangam (tonvormige tweezijdige trommel) en S. Krishna op ghatam (kruik uit klei). De tânpura (fretloze langhalsluit) zorgt voor een zoemend en ruisend klankgordijn, een ideale achtergrond voor de zangstem.
Johan Van Acker is Arabist, musicoloog en artistiek coördinator bij De Centrale. Hij schreef zijn tekst bij dit concert op vraag van Muziekcentrum De Bijloke