Muzikale wortels

Een bijdrage van Shalan Alhamwy

Ik herinner me nog levendig een moment in 2005, toen zowel Maya als ik – beiden studenten in ons derde jaar aan het conservatorium van Damascus – het Adagio uit Bachs ‘Eerste Sonate in g klein’ kregen te studeren: ik op viool en zij op qanun. De nadruk lag sterk op westerse klassieke muziek. Zelfs studenten met traditionele instrumenten, zoals Maya met de qanun, kregen Bach, Vivaldi of Azerbeidzjaanse composities voorgeschoteld als examen- of afstudeerwerk. Arabische muziek kreeg slechts een bescheiden plaats in het curriculum, verscholen tussen vakken als harmonieleer, contrapunt en orkestratie. Veel docenten kwamen uit de toenmalige Sovjet-Unie (zoals mijn eigen leraar) of uit Azerbeidzjan (zoals die van Maya).

Die academische keuze heeft diepe wortels in de regio. Wanneer Atatürk in 1923 aan de macht kwam in Turkije verbood hij traditionele Turkse muziek op radio en podia. Europa gold als model, van kledingstijl tot muziek. Ook in Egypte had men eerder resoluut voor die oriëntatie gekozen: bij de opening van het Suezkanaal in 1869 werd Verdi’s opera ‘Aida’ besteld als cultureel pronkstuk. 

Die mentaliteit waaide over naar Syrië. In 1990 leidde de inzet van Solhi Al-Wadi tot de oprichting van het (nog steeds enige) conservatorium van het land in de hoofdstad Damascus. Al-Wadi had goede relaties met het toenmalige regime van vader Al-Assad en verborg niet dat hij weinig hield van Arabische muziek. Zijn ultieme doel was het uitbouwen van een symfonisch orkest. Daardoor bleef de Arabische muziektraditie vooral buiten de academische context bloeien en kreeg ze minder kansen. Tot vandaag is de aanpak er grotendeels westers. Zelfs het Nationaal Orkest voor Arabische Muziek, dat geregeld optreedt in de operazaal van Damascus, werkt met gearrangeerde en uitgeschreven partijen en laat slechts beperkt ruimte voor improvisatie. Een mondelinge traditie werd zo in een klassiek keurslijf gegoten.

Misschien verwijst Maya’s albumtitel ‘Naar huis’ niet alleen naar de nostalgie voor Syrië – haar vaderland dat ze ruim tien jaar geleden verliet – maar ook naar een zoektocht naar muzikale wortels. Ze doorbreekt grenzen en keert terug naar de maqam (het Arabische toonladdersysteem) en naar traditionele vormen zoals de samai: een eeuwenoude instrumentale vorm in maatsoort 10/8, terug te voeren tot de 9de eeuw, die qua structuur aan een rondo doet denken. Tegelijk klinkt er vrijheid in door: het loslaten van de strakke pedagogische regels die haar opleiding jarenlang bepaalden en het omarmen van een eigen stem en identiteit.

In de Arabische muziekcultuur is het gebruikelijk artiesten eretitels te geven. Om Kalthum was “de planeet van het Oosten”, Fairouz “de ambassadeur bij de sterren”. Op humoristische wijze speelt Maya met die traditie wanneer ze zichzelf “queen of the qanun” noemt!

Shalan Alhamwy is een Syrisch-Belgische componist, violist, fotograaf en filmmaker. Hij schreef deze tekst op vraag van Muziekcentrum De Bijloke

Zet mij op de wachtlijst

Wenslijstje

Toegevoegd:

Naar wenslijstje

Inschrijven voor onze nieuwsbrief