Gnawa in kleur en kracht

Een column van Shalan Alhamwy

Het enige wat veel mensen van de Gnawa-traditie weten, is het beeld van hypnotiserende trance. Dat is inderdaad een aspect, maar Gnawa draait vooral om iets fundamentelers: samen intuïtief muziek maken. Een vaardigheid die de mensheid al duizenden jaren beheerst, een kunst die toelaat om collectief verbonden te zijn, zelfs zonder gemeenschappelijke taal. Gnawa is een prachtig voorbeeld van hoe culturen samensmelten en hoe muziek universeel kan verbinden.

De wortels liggen in de Afrikaanse diaspora in Marokko. Gelaagde, pittige ritmes, vaak in twee-, vier- of zesdeling (let er maar eens op tijdens het concert), worden in elkaar gevlochten tot complexe polyritmes met een swing die tegelijk natuurlijk en ongrijpbaar is. Een Gnawa-avond wordt traditioneel geleid door een maâlem (Arabisch voor meester): een charismatische figuur met een bijna sjamanistische uitstraling. Hij (bijna altijd een man) zingt poëtische teksten in een mix van Arabisch en Berbers, vaak verwijzend naar de profeet Mohammed of de lokale awliya (vergelijkbaar met heiligen in de christelijke traditie). De maâlem begeleidt zichzelf op de guembri, een driesnarige luit met een diepe, percussieve klank, bijna als een basgitaar.

Rond hem ontstaat een spel van vraag en antwoord met het koor. De melodieën zijn eenvoudig, vaak pentatonisch, en nodigen uit om mee te zingen. Ritme vormt de kern: handen klappen, voeten stampen en vooral de qraqeb (grote ijzeren castagnetten, luid en groovy) geven een onstuitbare drive. In een Gnawa-setting bestaat er nauwelijks een scheiding tussen muzikanten en publiek. Iedereen doet mee: je zingt na, je klapt mee, je leert door te kijken en te luisteren. Gnawa is een mondelinge traditie; partituren bestaan hier niet, want wat op papier bijna niet te noteren valt, wordt moeiteloos op het gehoor doorgegeven.

Wat mij in het bijzonder fascineert, is hoe efficiënt de communicatie verloopt. zonder dirigenten of partituren. Soms komen er verrassende veranderingen in tempo, ritme en strofen, en toch beweegt iedereen als één geheel, steeds samen zoekend. Het is dan ook niet vreemd dat Gnawa een ceremoniële rol vervult.

Maar Gnawa is minstens even feestelijk. Dat zie je niet alleen aan de dans en de uitbundige energie, maar ook aan de schitterende, kleurrijke kledij van de muzikanten. Deze muziek viert het leven en wie erbij is, wordt haast vanzelf meegezogen in een collectieve viering die zowel spiritueel als uitbundig is.

Tegen deze achtergrond treedt Asmaa Hamzaoui naar voren. Als dochter van maâlem Rachid Hamzaoui groeide ze op in deze traditie, maar tegelijk doorbrak ze een eeuwenoude grens: ze werd de eerste vrouw die wereldwijd erkenning kreeg als maâlema (de vrouwelijke vorm van het woord). Samen met haar groep Bnat Timbouktou “de dochters van Timboektoe” voegt ze een nieuw hoofdstuk toe aan dit erfgoed: trouw aan de wortels, maar met een frisse, vrouwelijke kracht die deze muziek vandaag een nieuwe betekenis geeft.

Shalan Alhamwy is een Syrisch-Belgische componist, violist, fotograaf en filmmaker.

Put me on the waiting list

Wish list

Added:

To wishlist

Subscribe to the newsletter