Waarom Chopin en Sjostakovitsj
Yulianna Avdeeva
Het idee om Frédéric Chopin en Dimitri Sjostakovitsj met elkaar te verbinden – wat op het eerste zicht een onverwachte combinatie lijkt – kwam bij me op toen ik me iets realiseerde. In 2027 is het honderd jaar geleden dat Sjostakovitsj deelnam aan het eerste Chopin-pianoconcours in Warschau. Na zijn afstuderen aan het Conservatorium van Sint-Petersburg als pianist (1923) en componist (1925) begon Sjostakovitsj een dubbele carrière. In de voetsporen van grootheden als Sergej Rachmaninov en Sergej Prokofjev combineerde hij tot 1930 het componeren met het geven van concerten en componeerde en gaf hij vele concerten. In 1926 werd hij gekozen als een van de kandidaten uit de Sovjet-Unie voor de allereerste Chopin-wedstrijd, die het jaar daarop zou plaatsvinden in Warschau. Hoewel hij slechts een eervolle vermelding kreeg, werden zijn optredens enthousiast onthaald door zowel het publiek als de pers. Het feit dat Sjostakovitsj met succes aan de wedstrijd deelnam betekent dat hij zeer vertrouwd was met de muziek van Chopin. Dat inspireerde mij om een programma samen te stellen dat beide pianist-componisten met elkaar zou contrasteren.
Ik wilde eerst en vooral graag weten welke stukken van Chopin Sjostakovitsj tijdens de Chopinwedstrijd van 1927 had gespeeld, maar tot mijn grote spijt bleek uit mijn onderzoek – met de genereuze steun van het Chopin Instituut in Warschau en de Poolse componist Krzysztof Meyer, een goede vriend van Sjostakovitsj – dat er geen documentatie bestaat over het programma dat Sjostakovitsj tijdens de wedstrijd speelde. Hoewel het dus niet mogelijk is om het exacte programma te reconstrueren, hebben we nog wel de lijst met het verplichte repertoire voor de wedstrijd van dat jaar, waaronder een uitvoering van twee preludes van Chopin uit zijn opus 28 – de fis mineur en bes mineur.
Met die wetenschap besloot ik deze twee grootheden dichter bij elkaar te brengen. Hun muziek en leven konden niet meer van elkaar verschillen, maar beide componisten vonden de inspiratie voor hun grootste cycli – Chopin voor zijn 24 preludes, opus 28, en Sjostakovitsj voor zijn 24 preludes en fuga's, opus 87 – in de muziek van de grootste meester aller tijden: Johann Sebastian Bach. In zekere zin beschrijft elke cyclus de kern van zijn respectievelijke schepper – hun leven, hun ervaringen, hun overtuigingen. Ik kijk er naar uit om samen met u de muzikale testamenten van Chopin en Sjostakovitsj te ontdekken.