Händel, influencer avant la lettre
Een column van Mien Bogaert
In 1967 schreef de Franse denker Guy Debord zijn ‘La société du spectacle’. Zijn stelling: we leven niet in de werkelijkheid, maar in de beelden die haar vervangen. Alles draait om façade, zorgvuldig geregisseerd om gezien te worden. Dat klinkt als een analyse van sociale media of verkiezingsshows, maar Händel had drie eeuwen eerder al perfect begrepen hoe dat spel werkt.
Neem ‘Belshazzar’: een koning die zich wentelt in zijn eigen show. Zijn macht bestaat enkel zolang het applaus klinkt. Tot vier woorden op een muur verschijnen – mene, mene, tekel, upharsin (gewogen en te licht bevonden) – en zijn rijk instort. Geen veldslag, maar een beeld dat dodelijker treft dan een leger.
Of ‘Rodelinda’. De rouwende weduwe die trouw zweert en tranen vergiet. Maar iedere snik is retoriek, elke traan strategisch geplaatst. Ze huilt zoals een goed getrainde politicus glimlacht op commando. Niet omdat ze “authentiek” is, maar omdat ze weet hoe je gevoelens in scène zet.
En Cleopatra in ‘Giulio Cesare’? Zij ís het spektakel. Ze wisselt van persona zoals wij van filter: nimf, minnares, vorstin. Cesare valt niet voor haar zogezegde ‘echte ik’, maar voor haar eindeloze vermogen zichzelf telkens opnieuw te performen. Ze is de influencer avant la lettre, meesteres in de kunst van het masker.
Vergelijk dat met Bach, Händels grote tijdgenoot. Bach zocht in zijn muziek naar orde, innerlijke noodzaak, een glimp van het goddelijke. Bij hem geen spektakel, maar een klankarchitectuur die de eeuwigheid wilde aanraken. Händel daarentegen koos schaamteloos voor de blik van het publiek, voor het theater van macht en emotie. Hij wist: de waarheid zit niet achter het masker. Het masker is de waarheid.
En precies daarom is Händel vandaag de actuelere van de twee. Bach componeerde voor God, Händel voor de camera die nog moest worden uitgevonden. Bach droomde van eeuwigheid, Händel greep de macht van het moment. En hij doorzag dat de façade niet iets is om te ontmaskeren, maar het speelveld zelf – de plek waar macht en emotie vorm krijgen.
Geen componist was zo eerlijk over de wereld waarin wij leven. Händel was geen laatbloeier van een barok tijdperk, maar de avant-garde van onze spektakelmaatschappij. Een showrunner die drie eeuwen vooruitliep, en die ons vandaag nog altijd leert: het masker ís de kern.
En misschien is dat wel Händels grootste erfenis: hij neemt ons de illusies over “echtheid” uit handen en geeft er iets krachtigers voor terug – het besef dat we zelf mogen meespelen. Zijn muziek is geen kathedraal om eerbiedig te betreden, maar een podium dat ons uitnodigt om masker na masker uit te proberen. Händel is geen relikwie van een voorbije eeuw, hij is onze tijdgenoot – alleen drie eeuwen te vroeg geboren.
Mien Bogaert is musicoloog en dramaturg. Hij schreef zijn column bij dit concert op vraag van Muziekcentrum De Bijloke