Jonas Roelens

Historicus en universitair docent gendergeschiedenis Jonas Roelens is Gangmaker gender. Hij zal vanuit zijn vakgebied scherp kijken naar thema’s en betekenissen die zelden of nooit verteld worden.

Ook jij zal het onderzoek op de voet kunnen volgen. Samen met de Gangmakers gaan we op zoek naar manieren om jou erbij te betrekken. In de loop van het seizoen trekken we dus mogelijk nog aan je mouw voor een project.

Wat je nu al kan ontdekken, zijn de vitrinekasten, symbolisch in de gang tussen Café en Concertzaal. De Gangmakers vullen elk in de loop van dit en volgend seizoen hun kast aan met voorwerpen, documenten, filmpjes die hen bezighouden of hun onderzoek illustreren. Hun eerste voorwerp hebben de Gangmakers al gekozen, dus kom snel eens op bezoek! 

Michiel Devijver
"Mijn eerste voorwerp is een 16e-eeuwse nieuwsprent door Frans Hoogenberg. Het beeldt de Vrijdagmarkt uit, waar op dat moment een aantal monniken veroordeeld zijn wegens sodomie. Een beetje de Facebook van zijn tijd, de prent die en masse gedeeld wordt om een boodschap over te brengen."

De Gangmakers zijn dit en volgend seizoen uiteraard aanwezig in ons muziekcentrum. Hieronder vind je concertselectie van Jonas.

In de Griekse mythologie zijn vrouwen tegelijk aan- en afwezig. Zelden zijn ze de protagonisten. Nooit zijn ze de gevierde held of halfgod. En toch drukken ze onmiskenbaar hun stempel. Als wraaklustige godin die het noodlot over stervelingen afroept, als heks die de queeste van de hoofdrolspeler bemoeilijkt. Of als stil, passief wezen dat enkel in functie staat van de held. Zoals Iphigenia die zich laat offeren opdat de Griekse vloot een gunstige wind zou verkrijgen om naar Troje te zeilen. Of Penelope, die twintig jaar geduldig en trouw wacht op de terugkomst van haar man Odysseus, die gedurende al die jaren weleens durfde vergeten dat hij gehuwd was. De classica Mary Beard wijst in haar essay Vrouwen en macht. Een manifest (2017) op een passage waarin Penelope de mond gesnoerd wordt door haar eigen tienerzoon. Want het woord voeren in een pubieke ruimte, dat is mannenwerk. Vrouwen als Penelope moeten zwijgen en weven. Ook Hekabe vertelt ons veel over hoe de Griekse maatschappij vrouwen zag. Hekabe, de vrouw van de Trojaanse koning Priamos, moeder van Hector en Paris die uit het brandende Troje gesleept werd om als slavin verhandeld te worden. Tijdens een sleutelscène in de Illias smeekt ze haar zoon Hector om niet met Achilles te vechten. In sommige versies ontbloot ze daarbij haar borst: zie hier, de borst die jou gezoogd heeft. Als moeder vraag ik je deze gunst. Een beeld dat doorleeft in de chirstelijke iconografie. In bepaalde altaarstukken die het Laatste Oordeel uitbeelden, toont Maria als bemiddelares voor de zondaars haar borst aan Christus: aanhoor het verzoek van de vrouw die jou gezoogd heeft. Het beeld van Hekabe die van trotse vorstin evolueert tot het toonbeeld van de rouwende moeder zegt veel over het ideaalbeeld voor vrouwen. Ook in Dante’s Goddelijke Komedie en Shakespeare’s Hamlet duikt ze op. De perfecte vrouw is de moederfiguur. Niet langer hooghartig maar nederig. Het eeuwenlange doorleven van dit ideaalbeeld is iets om over te reflecteren tijdens het luisteren.
Élisabeth Jacquet de La Guerre is een typisch voorbeeld van de vele hindernissen die vroegmoderne vrouwen met artistieke ambities moesten overwinnen. Een niet te onderschatten troef was haar afkomst. Élisabeth kwam uit een familie van muzikanten en instrumentenmakers. In een periode waarin het voor vrouwen in principe onmogelijk was om toegelaten te worden tot academies of formele opleidingen, konden enkel meisjes wiens vader het beroep al uitoefende – én bereid was om ook zijn dochters een opleiding te geven – doorstoten tot een professioneel niveau. Het zou echter fout zijn om Élisabeths succes enkel toe te schrijven aan haar stamboom. Dat had ze toch in eerste plaats te danken aan haar onmiskenbaar talent. Zonder speel je op vijfjarige leeftijd geen klavecimbelconcert voor de Zonnekoning, Louis XIV. Het was echter Louis’ maitresse, Madame de Montespan, die Élisabeth onder haar vleugels nam en ervoor zorgde dat zij haar muzikale talent verder kon ontwikkelen. Een vorm van culturele agency die te weinig erkend wordt in het wetenschappelijke onderzoek, is dat van het mecenaatschap. Een handige manier voor heerseressen en machtige vrouwen om hun invloed te uiten is door kunstenaars, poëten en muzikanten te begunstigen en opdrachten te verlenen. Dat die manier van aan politiek doen door latere historici niet altijd erkend wordt of naar waarde wordt geschat, zegt niks over de toenmalige efficiëntie van deze techniek. Maar dat de getalenteerde Élisabeth zich na haar huwelijk in 1684 terugtrok van het hof in Versailles om vooral nog thuis concerten te geven, is symbolisch voor hoe moeilijk het was voor vroegmoderne vrouwen om een duurzame artistieke carrière uit te bouwen. Wonderkind of niet.
De wereld van de oude muziek is – met alle oprechte liefde, respect en bewondering voor het genre – bij momenten een stoffige bedoening die zich (uit gemakzucht of snobisme?) al te graag blindstaart op het pantheon van grote namen. Hoe verfrissend is het dan ook niet om plaats te maken in dat pantheon voor nieuwe namen. Maar liefst zes Italiaanse vrouwelijke componisten worden in dit concert voor het voetlicht geplaatst. Een veelheid die me deed denken aan het invloedrijke essay Did Women Have a Renaissance? van Joan Kelly-Gadol uit 1976. Hierin argumenteerde ze dat de maatschappelijke positie van vrouwen er in die periode – die we doorgaans in de meest positieve termen bejubelen – opvallend achteruitging. De term renaissance is een grotendeels 19de-eeuwse uitvinding om een artistieke en politieke mijlpaal aan te duiden, en het contrast met de ‘duistere’ middeleeuwen nogal uit te vergroten. Maar wat zeggen die breukvlakken over het leven van alledaagse vrouwen? Ondertussen is het debat verschoven naar de vraag: Did Women need the Renaissance? In hoeverre zijn de traditionele tijdsvakken van toepassing op genderverhoudingen? Niet dat de stelling van Kelly-Gadol irrelevant is geworden ondertussen. Maar bijna vijftig jaar later zijn er heel wat onbekende namen aan het kunsthistorische pantheon toegevoegd. Waardoor het beeld van de renaissance als periode waarin vrouwen teruggedrongen werden uit de publieke sfeer misschien wat genuanceerder is geworden. Wat het belang aantoont van blijvend onderzoek, van blijven graven in archieven en het blootleggen van nieuwe namen, onbekende composities en het laten klinken van die muzikale diversiteit doorheen de eeuwen.