(On)volmaakt

Een column van Sven Sabbe

Ik weet niet wat ik zou doen mocht Franz Schubert mij een symfonie in de handen hebben geduwd. Ik zou zeker niet reageren zoals Anselm Hüttenbrenner, de Weense componist en vriend-van die het manuscript van de 'onvoltooide Achtste' in 1823 afgeleverd kreeg, en er vervolgens 42 jaar niets mee deed. Dat alvast niet.

42 jaar. Langer dan dat Schubert op deze aardbol heeft rondgelopen, lag er op de werktafel van Hüttenbrenner een meesterwerk. Een compositie die tegenwoordig wordt gezien als een van de eerste romantische symfonieën. Eentje die loskwam van de functionele structuur van de symfonie, zoals die was geperfectioneerd door stadsgenoten Haydn, Mozart en Beethoven. (Grote schoenen om te vullen, en toch deed kleine Schwammerl het gewoon.) Eentje die bovenal timbre en verhaal bovenaan zette. Eentje die op een heel eigen manier de symfonie als genre zou veranderen, en die daarmee ook letterlijk een nieuw tijdperk zou ingeleid hebben – verdorie Anselm, waarom zo lang gewacht om die heerlijke muziek aan de wereld te tonen.

Was de ‘Unvollendete’ trouwens wel onvoltooid? Was ze niet af na twee bewegingen? Had Schubert niet zijn hart en ziel gepleurd in dat 'Allegro moderato' en 'Andante con moto'? Akkoord, met Schuberts gezondheid ging het in 1822 al niet meer goed, maar hij stierf pas zes jaar later. Als hij nog iets te vertellen had, zou hij het wel gedaan hebben. Zat zijn hoofd al bij zijn volgende compositie? Of misschien wel erger: wist hij zelf niet hoe hij een einde moest schrijven aan dit verhaal?

25 jaar. Die onsterfelijke Franz Schubert was pas 25 toen hij zijn 'Achtste symfonie' schreef. Ter referentie: ten tijde van hun respectievelijke ‘Achtste’ was Beethoven er 42, Mahler 50, Bruckner zelfs 63. Op zijn 25e had Schubert al een oeuvre bijeengepend waar vele collega’s hem om benijdden. Beeld je een gemiddelde kotstudent in, en beeld je vervolgens in dat die – tussen pot, pint en cursus statistiek – de ‘Erlkönig’ bedenkt. En in datzelfde jaar een symfonie, een strijkkwartet en twee pianosonates schrijft. Om het op zijn Jambers te zeggen: wat drééf die man? Waar kwam die eindeloze stroom noten vandaan, en – misschien nog belangrijker – de urgentie om ze op papier te zetten? 

Wist hij dat zijn dagen geteld waren, en dat er maar één manier was om onsterfelijk te worden: met prachtige muziek? Hij had de laatste levensjaren van Beethoven van dichtbij meegemaakt, en mocht zelfs diens kist helpen dragen bij de begrafenis in 1827. Zou dat zijn gedweep met de dood kunnen verklaren? Na de teraardebestelling ging hij volgens de overlevering op café met vrienden. Misschien zat Anselm wel naast hem. ‘Op hem, die wij juist begraven hebben,’ klonk hij op de grootmeester. ‘en op hem, die de volgende zal zijn.’ - verdorie Anselm, dat was je moment geweest om die heerlijke muziek aan de wereld te tonen.

605 dagen later was hij de volgende. Meer dan honderd werken voegde hij dat laatste anderhalf jaar van zijn leven nog toe aan zijn catalogus. Of: amper honderd werken. Want aan zijn tempo hadden het er duizend meer kunnen zijn. Geen beweging meer voor die 'onvoltooide Achtste', helaas. Een volledig onvoltooid leven achter de rug. 

Sven Sabbe is musicoloog, schrijver en content manager bij Muziekcentrum De Bijloke

Schuberts Unvollendete

Steven Isserlis & Antwerp Symphony Orchestra

vr 16 mei 20:00 - 21:50

Inschrijven voor onze nieuwsbrief