Grace Davidson
sopraan
Grace groeide op in een huis waarvan een vleugelpiano die werd opgeslagen voor een vriend van de familie de gang versperde - muziek vermijden was fysiek onvermijdelijk. Ze leerde piano en viool spelen, maar ze hield het meest van zingen. En het was haar zangkunst die haar een beurs opleverde voor de Royal Academy of Music, waar ze de prijs voor Oude Muziek won en haar graad en postgraduaat behaalde. In 2016 werd Grace benoemd tot Associate of The Royal Academy Of Music.
Sindsdien heeft ze gewerkt als soliste met toonaangevende barokensembles, onder leiding van Sir John Eliot Gardner, Paul McCreesh, Philippe Herreweghe en Harry Christophers.
Haar discografie omvat een decennium aan opnames met The Sixteen, waarvan vele met haar als soliste - Händels Jeptha (als Angel), Dixit Dominus, Monteverdi's Vespers uit 1610, Pianto della Madonna, Acis en Galatea (als Galatea) en de Lutherse missen van Bach. Op Radio Three's 'Building a Library' werd haar zang in het Requiem van Fauré (met het London Symphony Orchestra en Tenebrae, onder leiding van Nigel Short) heel eenvoudig beoordeeld door Richard Morrison: “Grace Davidson's Pie Jesu is weergaloos”.
Grace's zuivere toon heeft veel van de toonaangevende hedendaagse componisten aangetrokken om voor haar te schrijven, met name Max Richter, die haar koos als solozangeres voor veel van zijn werken, zoals Sleep. Dit stuk - dat de hele nacht duurt - is nu over de hele wereld uitgevoerd, waaronder een optreden in 2019 op de Chinese Muur.
Recente solo-opnames voor Signum Records zijn Vivaldi & Händel, een schijf met gewijde solocantates met de Academy of Ancient Music en John Dowland: First Booke of Songes Or Ayres met luitist David Miller.