Salve, Susato
Een 'uomo universale' in een renaissancemetropool
Sofie Taes
Een late tiener of prille twintiger moet Tielman Susato zijn geweest toen hij vanuit zijn vermoedelijke geboorteplaats Soest, nabij Keulen, westwaarts trok. Rond 1529 — het jaar waarin we zijn naam voor het eerst met zekerheid kunnen linken aan Antwerpen — was de stad aan de Schelde er een met een portier op de wereld. Als handelshub was ze de troonopvolger van Brugge, en een ankerplaats voor durvers en gelukszoekers, voor 'tegenstroomse' geesten die in de mengelmoes van nationaliteiten een kosmopolitische openheid verhoopten, voor visionairen en revolutionairen, tastend naar brakke grond om nieuwe ideeën te doen wortel schieten. Susato was een beetje van dat alles en Antwerpen zijn ‘perfect match’.
Lekker gek
De religieuze onrust die de stad later zou treffen, was nog maar een stip aan de horizon. Begin 16de eeuw was Antwerpen een oord van vrede, welstand, weelde. Van vrijheid, ook. De ruimdenkendheid en het kosmopolitische cachet van Antwerpen hangen onverbrekelijk samen met haar succes als handelsstad. In de 15de eeuw was ze het brandpunt geworden van de Lage Landse economie en kende de haven haar eerste, noordwaartse uitbreiding. Antwerpen deed het ook goed als winkelvloer dankzij haar jaarmarkten, waaruit mettertijd meer permanente infrastructuren ontstonden. Dat commerciële succes zwengelde productie en innovatie aan: de hotspot voor clevere kooplui werd een kweekschaal voor pionierende entrepreneurs.
Nijverheid & niche
Op het kruispunt van handel en kenniseconomie kwamen gespecialiseerde vakgebieden tot bloei. Zo huisde Antwerpen de eerste Europese showroom voor kunst: het Pand, een handelsforum ingericht door de Onze-Lieve-Vrouwekerk (de latere kathedraal) voor het tentoonstellen en verkopen van schilderijen, beeldhouwwerken, prenten en boeken.
Een merkwaardige niche was die van de muziekdruk. De vroegste gedrukte polyfonie van ons land werd waarschijnlijk in de Scheldestad geproduceerd door ene Jost de Negker, die ca. 1500-1508 een houtsnede op de markt bracht met de basisprincipes van mensurale muziek. Tussen 1523 en 1527 gebruikte Christoffel van Ruremund voor het eerst in de Zuidelijke Nederlanden het procedé van de dubbeldruk. Symon Cock kreeg in 1539 van keizer Karel het eerste Lage Landse muziekdrukkersprivilege, waarna hij onder meer Een devoot ende profitelijck boecxken en Souterliedekens uitgaf. In 1542 publiceerden Jehan Buys en Henry Loys Des chansons à quattre parties: de eerste meerstemmige muziekdruk van onze contreien. In hetzelfde jaar zorgde Willem van Vissenaecken met Quatuor vocum musicae modulationes (RISM 15427) voor een revolutie door enkeldruk met beweegbare notentypen toe te passen.
Impressum
Het was met van Vissenaecken en zijn Antwerpse collega Hendrik ter Bruggen dat Tielman Susato in 1541 een partnerschap aanging. Een jaar later kocht Susato ter Bruggen uit en in 1544 kreeg hij na een rechtszaak ook van Vissenaeckens aandeel in handen. In diezelfde periode krijgt hij subsidies van de stad voor het introduceren van een nieuwe handelstak en verzekert hij zich van een drukkersprivilege, geldig voor drie jaar. In 1543 sticht hij een drukkerij in de Twaalfmaandenstraat, nabij de Beurs. Na het verstrijken van zijn privilege legt Susato zich toe op geestelijke muziek en publiceert hij zijn eerste mis- en motetbundels. Op 5 september 1547 koopt hij een lap grond nabij het Minderbroederklooster, tegenover de Stadswaag. Hij bouwt er huis ‘Den Cromhorn’, waarin hij naast de drukpersen ook een magazijn van muziekinstrumenten onderbrengt. (Op de gravure hieronder, uit Susato's Vingt et six chansons musicales & nouvelles gedrukt in Antwerpen in 1545, schenkt Susato het liedboek aan Maria van Hongarije, landvoogdes van de Nederlanden.)
In zijn topdagen kon Susato’s bedrijf tot acht muziekboeken per jaar produceren. Door zijn carrière heen zou hij 22 boeken met chansons, drie met missen en negentien met motetten publiceren — veelal verzamelbundels met werk van Frans-Vlaamse polyfonisten. Daarnaast produceerde Susato elf delen van het Musyck boexken (1551-1561), waaronder een volume met dansen, twee met Nederlandse liederen en acht met Souterliedekens (dit zijn in het Nederlands gedichte psalmen).
Met deze uitgaven haalde Susato de annalen in meerdere categorieën van uitmuntendheid. Zo is het eerste Musyck boexken meteen ook de vroegste, volledig bewaarde uitgave met meerstemmige liederen op Nederlandse tekst en bevatten de twee liedvolumes de grootste verzameling Nederlandstalige liederen uit deze periode. Zijn chanson- en motetbundels bevatten tal van werken die nooit eerder in waren druk verschenen. Maar ook de kwaliteit van zijn drukken was uitzonderlijk. Susato’s marktsegment was dat van muziekprofessionals en veeleisende burgers, die een perfect gepolijste afwerking apprecieerden en het bijbehorende prijskaartje voor lief namen.
Open einde
Ten laatste in 1558 trad Jacob — een van de drie kinderen van Susato — toe tot het bedrijf; hij nam de zaak over in 1561, maar bracht slechts één uitgave op de markt. Na Jacobs vroegtijdige overlijden werd het drukkersmateriaal verkocht aan de firma van Christoffel Plantijn. Tielman Susato had zijn drukkersplunje intussen aan de wilgen gehangen. In zijn laatste publicaties (1561) verwees hij al naar het Noord-Nederlandse Alkmaar en verhuisde in die periode naar één van de percelen in de Zijpe waarvan hij sinds de jaren 1550 eigenaar was. In 1561 werd hij benoemd tot ‘balliau’ en ‘schout’ van Petten, in 1563 verkozen tot de heemraad.
Maar Tielmans verhaal kent nog een spannend slot. Vanaf 1565 raakte hij immers betrokken bij de diplomatieke missies van zijn schoonzoon, Arnold Rosenberger. Susato zou in 1566 als briefdrager naar het Zweedse hof varen, maar zag zich ertoe genoopt de documenten overboord te gooien toen zijn schip in Deense wateren terechtkwam. Hij moest zich tweemaal verantwoorden voor het hooggerechtshof, maar werd uiteindelijk vrijgesproken. Susato bleef in Stockholm tot 1570 en werkte er onder meer als scribent. Daarna verliezen we zijn spoor; de locatie en datum van zijn overlijden blijven onbekend.
Factotum
Hoe komt een inwijkeling op het idee om ver weg van huis een bedrijf te starten in een piepjonge handelstak? Voor het antwoord op die vraag draaien we de caleidoscoop van renaissance-Antwerpen een slag terug. Naar de 15de eeuw, toen er dankzij de koraalschool aan de Onze-Lieve-Vrouwekerk een hoogstaand muziekleven tot bloei kwam. Met muzikanten als Johannes Ockeghem, Jacob Obrecht, Andries Pevernage, Benedictus de Opitiis en John Bull zou de kerk diverse muzikale zwaargewichten huisvesten. Intussen kwam ook de wereldlijke muziekpraktijk tot bloei, met een belangrijke rol voor de stadsspeellieden en — vanaf 1500 — het muzikantengilde. Geen wonder dat de stad een trekpleister werd voor al wie in West-Europa professioneel met muziek bezig was.
De puzzelstukken passen. Een draaischijf van internationale handel en personenverkeer. Stad van welvaart en kunst. Bakermat van de boekproductie en mekka van de muziek. Hier kon Susato het verschil maken met een nicheproduct voor een internationale afzetmarkt, dat naadloos paste in zijn beroepspraktijk. Want lang vóór hij drukker werd, was Susato al een ronkende naam in het Antwerpse muziekleven. In 1529 was hij zijn loopbaan begonnen als scribent in dienst van de Broederschap van Onze Lieve Vrouw Lof. Die ervaring gaf hem als drukker een uniek voordeel: Susato had ervaren hoezeer precisie op het vlak van lay-out, tekstplaatsing en redactie de impact van een partituur konden versterken. Van 1531 tot 1549 behoorde Susato ook tot de stadsspeellieden. Hij moet op jonge leeftijd degelijk muziekonderricht hebben genoten om te worden toegelaten tot deze elitegroep. Hij speelde sackbut, veldtrompet, kromhoorn, fluit en blokfluit en zou ook de avonddiensten van de Broederschap hebben opgeluisterd.
Naast muzikant en kopiist was Susato componist. Er zijn meer dan 90 chansons van zijn hand bekend, waaronder uitgebreide werken voor grotere bezettingen, maar ook kleinoden voor twee en drie stemmen die een didactisch oogmerk doen vermoeden. In dat genre behoort Susato tot de belangrijkste en meest productieve componisten van de Nederlanden. Zijn liederen sorteerde hij haast zo netjes als zijn druktypen: heel wat chansons verschijnen in sets van tekstueel en muzikaal verwante werken die wel eens als ‘responses’ en ‘replicques’ worden aangeduid. Terwijl zijn (enige overgeleverde) mis en motetten uitblinken door het ingenieuze vlechtwerk van in alle stemmen herhaalde motieven (imitatie), zijn de dansen vaak getoonzet in een akkoordische stijl die erop kan wijzen dat ze voor de amateurmarkt waren bestemd.
Klankportret
Vandaag zijn het bovenal die ‘aardige dansjes’ die samen met zijn drukkerswerk het leeuwendeel van de aandacht voor de man uit Soest wegkapen. Maar ook de rest van zijn erfenis verdient accolades. Utopia zoomt daarom in op zijn vocale muziek, met een selectie waarin — op het madrigaal na — alle koninginnengenres van de renaissancepolyfonie de revue passeren. Enkele dansen dartelen door het programma in bewerkingen voor luit solo. Daarnaast zijn tal van topwerken van polyfone eminenties te horen, alle uitgegeven door Susato. Hier trokken de musici de kaart ‘kwaliteit’: overbekende hits verschijnen naast onbekende, maar even grandioos gecomponeerde parels.
Hét kroonjuweel in Susato’s oeuvre is misschien wel de Missa In illo tempore (Liber primus missarum, RISM 15463): een parodiemis van rond 1545. Ook opmerkelijk is het chanson Les miens aussi: Susato’s respons op het illustere ‘spijt-chanson’ Mille regretz van Josquin des Prez. Het motet Salve quae roseo decora serto is dan weer Susato’s ronkende ode aan Antwerpen, de stad die hem zakelijk welslagen en persoonlijk geluk had geschonken.
Naast Josquin, Crecquillon, Gombert, Lecocq en Clemens non Papa verschijnt met Orlandus Lassus renaissance-royalty op het appel. De superster van de laatste lichting Lage Landse polyfonisten speelt dan ook een opvallende rol in de Susato-biografie. Lassus was een van de weinige componisten aan wie Susato volledige drukwerken wijdde. Zo werd zijn opus 1 een collectie wereldlijke en geestelijke muziek, als addendum uitgegeven in de chansonreeks (Le quatoirsiesme livre des chansons, RISM 155519), en gaf Susato later ook een motetverzameling uit. Bovendien was het een bundel van Lassus die als enige boek ooit door Susato junior werd gedrukt.
Tielman Susato: multitalent, doordouwer, high achiever, gezegend met een flinke dosis spirit, strategisch inzicht, zelfvertrouwen en ambitie. Die set van kwaliteiten zou hem misschien wel overal hebben gebracht waar kansen en triomfen te rapen waren. Dat Susato uitgerekend in Antwerpen aanbelandde, is een gelukkige voorzienigheid die zowel de man als de stad fortuin opleverde: een warmrode strook in de zonsondergang van een gouden tijdperk.