De passie van The Orlando Consort

‘Zwarte kostuums, oortjes in, twee laptopschermen die onze gezichten spookachtig verlichten: we lijken wel meer Kraftwerk dan een oudemuziekensemble’, blikt bariton Donald Greig vooruit. En toch brengt The Orlando Consort vocale muziek uit de 15e eeuw bij de stillefilmklassieker ‘La passion de Jeanne d’Arc’. 

tekst: Maarten Byttebier

In onze Concertzaal wordt binnenkort een meesterwerk van de stille film vertoond: ‘La passion de Jeanne d’Arc’ van Carl Theodor Dreyer uit 1928. The Orlando Consort brengt daar een live soundtrack bij en kiest daarbij voor een ongeziene aanpak, vertelt bariton Donald Greig van het Britse vocale topensemble. “We komen op en zingen een lied van Guillaume Dufay met tekst van Christine de Pizan, uit haar gedicht over de Franse heldin uit 1429. Alle vocale muziek die we live brengen, komt uit de korte periode dat Jeanne d’Arc leefde (ca. 1412-1431). Dat is de hele opzet.” 

Wat zou de Deense regisseur Dreyer (1889-1968) er zelf van vinden?

“Stille films werden traditioneel altijd begeleid door live muziek. De première van deze film vond plaats in Parijs en Kopenhagen en er werd speciaal muziek voor geschreven. Maar Dreyer zelf had daarbij weinig in de pap te brokken, zoals de meeste regisseurs in die tijd. Sindsdien wordt de muziek van de meest diverse artiesten - van Nick Cave tot Bach - gebruikt bij films. De oorspronkelijke compositie van Victor Alix en Léo Pouget voor de Parijse première wordt nu soms nog opgevoerd.”

“Intussen maakt een andere theorie opgang: dat Dreyer wou dat zijn film vertoond werd in absolute stilte. Het verhaal wil dat Dreyer ‘nog geen enkele score had gehoord waarvan hij vond dat ze er perfect bij paste’. Oorspronkelijk was hij het idee van bijpassende muziek wel genegen, maar hij vond dat de keuze voor barokke composities - die vaak gebruikt werden - anachronistisch was.’

‘In die zin zou Dreyer onze soundtrack wel goedgekeurd hebben: we brengen alleen composities uit de vroege 15e eeuw. Voor zover ik weet, is onze versie ook de eerste die volledig a capella is. Dat leek ons wel gepast, gezien het ook stemmen waren (van God, de aartsengel, heiligen) die de proto-feministische Franse heilige aangezet zouden hebben tot haar heroïsche daden.’

Naast de geschiedenis van de soundtrack is die van de film zelf minstens even veelbewogen. 

“Klopt. De negatieven gingen verloren in een brand in de jaren 30, tot plots in 1981 een intacte versie opdook in een Noors centrum voor geestelijke gezondheid - toepasselijker kan haast niet, als je de film zelf kent en de centrale rol die actrice Renée Maria Falconetti speelt. Tijdens de opnames zou Dreyer zich als een tiran gedragen hebben: het bloed dat te zien is bij een stunt-stand-in zou echt zijn, alle ‘priesters’ kregen een tonsuur en ook de haren van Falconetti zelf werden geschoren.”

Was het moeilijk om de juiste muziek te vinden bij de film?

“Muzikanten als wij, vertrouwd met het repertoire uit de middeleeuwen, hoorden meteen passende muziek bij al die pakkende scènes. Composities die Jeanne d’Arc zelf evengoed gehoord kan hebben. Als Dreyer een gelijkenis ziet tussen de passie van Christus en Jeanne, ligt de tekst van ‘Ave verum corpus’ voor de hand. Als Engelse soldaten Jeanne belachelijk maken met een kroon van stro, zingen we het ‘Agincourt Carol’, dat verwijst naar de beroemde Engelse overwinning zestien jaar eerder. Als de revolutie losbarst, onderstreept het middeleeuwse motet, met zijn polyritmiek, perfect het geweld en de verwarring.”

“Doordat de Kerk zo ijverig manuscripten liet maken en verzamelde, hadden we veel meer kerkelijke dan wereldlijke muziek uit die periode om uit te kiezen. Maar evengoed werden aangrijpende chansons van dezelfde componisten bewaard. Meestal in private manuscripten, gecomponeerd voor rijke patrons, die koningen en hertogen eerden. In onze soundtrack illustreren die profane composities Jeannes lijden of maken ze een bekende parallel uit de traditie van de hoofse liefde: die van de Maagd Maria als voorwerp van aanbidding en verlangen.”

Zal de nadruk bij de voorstelling liggen op jullie concert of op de film?

“Hoe oud en mooi de composities zelf ook zijn, het belangrijkste is en blijft dat de muziek de film dient, en niet andersom - in de beste traditie van de verhalende filmmuziek. Of Dreyer onze soundtrack goedgekeurd zou hebben of niet, zullen we nooit te weten komen. Maar een ding is zeker: voor hemzelf was het zelfs geen optie. Middeleeuwse muziek brengen is een relatief modern fenomeen, en in 1928 waren er maar een handvol stukken uit die periode waarvan hedendaagse transcripties bestonden.” 

“Gelukkig is dat veranderd: in zowat elke universiteitsbibliotheek vind je tegenwoordig partituren van Franse, Bourgondische en Engelse componisten. Eigenlijk ben ik nu vooral benieuwd daarnaar: waarmee waren zij op de proppen gekomen als zij Dreyers film hadden kunnen zien?”