Big Little Music München: muziekgeschiedenis om van te smullen

Veel steden zouden blij zijn met één muzikale heldendaad, maar München rijgt de hoogtepunten aaneen. De Beierse hoofdstad is de geknipte volgende halte op ons kamermuziekfestival Big Little Music. 

Orlandus Lassus, Wolfgang Amadeus Mozart, Richard Wagner: het zijn maar enkele van de grote componisten die mee hebben getimmerd aan de unieke status van München. De stad was de springplank voor hun verdere carrière. 

Of neem de 61-jarige Anton Bruckner, die er in 1885 de wereldwijde tournee van zijn ‘Zevende symfonie’ aftrapte na de enthousiast onthaalde première in Leipzig. Dat de symfonie hier zo’n succes kende, was voor de gelovige Bruckner een teken van God. Het werk was namelijk een hommage aan de recent overleden Wagner, wiens carrière ook in deze stad van start ging. 

Op Big Little Music verrassen klarinettiste Annelien Van Wauwe en ensemble CAROUSEL met een arrangement voor kamerensemble van de symfonie.

Achterlijke stad?

Het is opmerkelijk dat componisten die geboren zijn in München vaak moeten opboksen tegen de vooroordelen over de stad. Denk maar aan Richard Strauss (1864-1949), een van de hechte vrienden van de Oostenrijker Gustav Mahler. Ook al hadden beide grootheden verschillende opvattingen, de muziek bracht hen telkens opnieuw samen. Mahler schreef ooit: ‘Strauss en ik graven van verschillende kanten een tunnel door de berg. Ooit zullen we elkaar ontmoeten.’ Maar Mahler overleed onverwachts in 1911 op 51-jarige leeftijd. 

Toen Strauss in de jaren 1940 de memoires van Mahlers weduwe Alma Mahler (1879-1964) in handen kreeg, schudde hij meewarig het hoofd. Hij wist dat Alma niet hoog opliep met zijn vriendschap met Gustav, maar dat ze de feiten zo verdraaide, daar kon hij niet bij. Voor Alma kwam hij immers van de ‘achterlijke stad München’, zoals ze dat als ontwikkelde Wener hoorde te vinden.

Alma Mahler behoort samen met Fanny Mendelssohn tot het rijtje componistes wier muziekcarrière werd gefnuikt door de toenmalige maatschappelijke visie op vrouwen. In haar jonge jaren droomde ze hardop over een succesvolle muziekcarrière zoals die van Clara Schumann (1819-1896). Maar het was niet voor haar weggelegd. Gustav Mahler eiste van zijn kersverse 22-jarige vrouw dat ze haar ambitie als componiste opgaf toen ze trouwden in 1902: ‘Jouw enige job is om mij gelukkig te maken.’ 

Alma zuchtte dan ook gefrustreerd toen Strauss in 1948 zijn zwanenzang publiceerde: de ‘Vier letzte Lieder’. De liederen zijn een prachtig eerbetoon aan zijn vrouw en zangeres Pauline de Ahna, die een van de belangrijkste muzen en uitvoerders van zijn muziek zou blijven. 

Harpiste Anneleen Lenaerts eert deze bijzondere componistes met sterfluitiste Marina Piccinini en pianist Andreas Haefliger. Ze brengt ook Strauss’ laatste eerbetoon aan zijn echtgenote samen met sopraan Christiane Karg.

Onmogelijke erfenis

Is het toevallig dat München ook de geboortestad is van de fictieve componist Adrian Leverkühn uit de roman ‘Doctor Faustus’ (1947) van Thomas Mann? Het boek beschrijft de vele gezichten van de stad op treffende wijze:

“München met de wachtparadeconcerten in de Feldherrnhalle, de kunsthandels, de winkelstellingen, de boerenbals met carnaval, de dikbuikige dronkenschap van het bockbier in maart, de wekenlange monsterkermis van het oktoberfeest, waarop een koppig-jolige volksheid, echter allang door het moderne massabedrijf gecorrumpeerd, haar saturnaliën vierde.”

In het boek symboliseren de vernieuwende composities van Leverkühn – die zijn ziel verkoopt aan de duivel – de muzikale innovaties van Arnold Schönberg in de eerste helft van de 20e eeuw. 

Maar er is nog een andere passage uit de roman die pianist Andreas Haefliger inspireert tot zijn recital op Big Little Music: “De sonate heeft haar doel bereikt dat geen ander doel te boven kan gaan, […] Zij nam afscheid.” Thomas Mann schrijft hier over Beethovens laatste ‘Pianosonate op. 111’, waarvan het tweede (en laatste) deel als het deksel op de doodskist van de sonatevorm gezien wordt: “Een derde deel, een nieuwe benadering? Een terugkeer na dit vertrek? Onmogelijk!” 

Wat is er mogelijk na Beethovens erfenis? Andreas Haefliger openbaart enkele muzikale oplossingen na dit ‘afscheid’: van emotievolle karaktertekeningen in de ‘Davidsbündlertänze’ van Robert Schumann tot de meer abstracte, door Schönberg geïnspireerde ‘Pianovariaties’ van Aaron Copland.

Tekst: Waldo Geuns