Kleine wereld

Een column van Régis Dragonetti

‘Allez, allez, kleine wereld toch hé.’ Velen onder ons hebben zich al eens van deze gemeenplaats bediend. Misschien die keer toen u voorzitter was van een telbureau en een van de andere opgevorderden de vaste kapper bleek van de tandarts van uw aanstaande schoonzus. Zo ontzettend toevallig is dat eigenlijk niet. Te meer wanneer we bedenken dat er in de grafentheorie zoiets als bestaat als de ‘zes graden van verwijdering’, dat wil zeggen, de hypothese dat eender welke twee mensen ter wereld slechts vijf kappers of tandartsen van elkaar verwijderd zijn. 

In de klassieke muziekwereld is dat vermoedelijk nog minder, zelfs over de tijd heen. Als experiment nemen we dit concert, waarbij we samen met Symfonieorkest Vlaanderen de Weense meester Wolfgang Amadè Mozart als beginpunt nemen. Ook ene Johann Sebastian Bach staat op het programma met zijn Eerste ‘Brandenburgse concerto’. De link is makkelijk zat: liefde. Zo getuigde Mozarts Engelse pupil Thomas Attwood dat zijn leraar ‘zo erg van Bachs fuga’s hield dat hij een aparte pianoforte met pedalen bezat’ (omwille van de extra contrapuntische mogelijkheden, nvdr). Diezelfde piano bespeelde Mozart dan weer op de première van zijn 21ste pianoconcerto in do groot, het pièce de résistance van de avond.

We hadden trouwens even goed een andere route kunnen nemen. Die Attwood was immers een vriend van Felix Mendelssohn, de man die later het stof van Bachs ‘Mattheüspassie’ blies. En zo gaan we naadloos over op François Couperin. Dat Bach een zekere invloed onderging van de Franse barok staat buiten kijf, zeker op het gebied van de klavecimbelmuziek. De twee kleppers zouden zelfs met elkaar hebben gecorrespondeerd, al is dat niet helemaal zeker. Het verhaal gaat dat de brieven jammerlijk verloren gingen toen ze door een of andere onverlaat als confituurdekseltjes werden gerecycleerd. Se non è vero, è ben trovato.

De figuur van Couperin leidt ons dan weer naar Maurice Ravel en Thomas Adès. De ene bracht na de Eerste Wereldoorlog een vrije hulde aan de Franse klaviermuziek met zijn ‘Tombeau de Couperin’, de andere orkestreerde in zijn ‘Three Studies from Couperin’ een aantal eigenaardige karakterstukjes. Rest ons nog de zaak te verknopen met de jonge componist Obe Vermeulen, die ter gelegenheid van dit concert een creatie aanlevert. Of neen, we laten het hem zelf doen, want met NUCLEUS (Latijn voor knoop) weeft en vlecht hij zichzelf een plaats tussen de grote jongens. En zo werd de wereld weer wat kleiner.

Régis Dragonetti is docent theorie aan het KASK & Conservatorium. Hij schreef zijn column bij dit concert op vraag van Muziekcentrum De Bijloke

Put me on the waiting list

Wish list

Added:

To wishlist

Subscribe to the newsletter