Over Mahler, Tüür & Beethoven

Ray-Anne De Brandt

Gustav Mahler (arr. Benjamin Britten)
What the wild flowers tell me

Finesse, puurheid en charme kleuren het klankenpalet van Brittens 'What the wild flowers tell me'. Deze herwerking uit 1941, voor een kleiner muziekensemble, herinterpreteert het tweede deel van Mahlers 'Derde Symfonie' (gecomponeerd tussen 1893 en 1896). Mahler liet zich inspireren door de kleurrijke bloemenweide rond zijn chalet in een idyllisch Oostenrijks dorpje. Een vleugje Schubert op een bedje van Mahler met een snuifje intimiteit: Brittens recept om Mahler toegankelijker en geliefder te maken bij een breder publiek. 

De hobo opent met een gracieus deuntje dat telkens wederkeert bij andere instrumenten. Zo bloeit een intrigerende mengeling van klankkleuren – warempel een muzikale bloemenweide. De muziek deint als een zacht briesje dat de zonovergoten vallei doet dansen. Wanneer een snellere melodie als een schaduw over het adembenemende tafereel trekt, stijgt de spanning. Vloeiend mondt het dynamische middenstuk uit in een delicate finale waarin het orkest met zijdezachte finesse de vrede in de bloemenvallei herstelt.

Erkki-Sven Tüür
Illuminatio

In dit atypisch concerto neemt de altviool de luisteraar mee op een intense zoektocht naar het eeuwige licht, een proces dat start bij een nog ongeboren wereld. Vanuit een ijle stilte groeit de muziek deinend maar krachtig, als een melodisch zaadje dat zich ontplooit tot een klankweefsel vol spanning en verlossing. Ruwe altvioolklanken botsen tegen heldere flitsen van harp en percussie, als lichtstralen die door een wolkendek breken.

In een voortdurend veranderende dialoog voeden solist en orkest elkaar met nieuw materiaal, een bezwerende stroom van emotie en intellect. Het werk ademt contrast: eenvoud en complexiteit, verstilling en uitbarsting. Na elk explosief hoogtepunt keert de muziek terug naar haar fragiele kern, om van daaruit weer te groeien. Tot op de laatste seconde bedwelmt ze de luisteraar met een web van unieke texturen. De Estse componist stelt geen antwoorden voorop, maar prikkelt existentiële vragen. Wat is de missie van de mens? In Illuminatioresoneert die vraag — onuitgesproken, maar des te voelbaarder.

Ludwig Van Beethoven
Symfonie nr. 6 in F 'Pastorale'

Weg van het bruisende Wenen zocht Beethoven rust in een kalm Oostenrijks dorpje. Zijn 'Zesde Symfonie' is een liefdevolle ode aan de natuur en het landelijke leven. In de toenmalige traditie van ‘beeldende’ pastorale muziek componeerde Beethoven, meer vanuit het hart, deze voor zijn tijd uitzonderlijke vijfdelige symfonie.

Van de vreugdevolle aankomst op het platteland tot een kabbelend beekje, het feestende volk, een onstuimig onweer en de dankbaarheid nadien; elke beweging ademt zijn verbondenheid met het buitenleven. Met wiegende strijkers die het beekje verklanken, tsjilpende blazers en een uitbundige boerendans; het orkest bruist van pastorale vreugde. Beethovens geluk voor de natuur klinkt in elke noot. Wanneer donderende pauken en dramatische akkoorden de feestvreugde onderbreken, dreigt een storm los te barsten. Een sereen, gelukzalig herderslied gloort aan de horizon, als verademing na het onweer – zacht, puur en genietend. De Pastoraleis een muzikale wandeling door Beethovens ziel, waar de natuur als gids fungeert.

Pastorale

Symfonieorkest Vlaanderen & Kristiina Poska

Sat 10 May 20:00 - 21:45

Subscribe to the newsletter