Dirk Brossé: 'Deze concertzaal wordt internationaal bekend'


De internationaal gewaardeerde Gentse dirigent en componist viert binnenkort een carrière van veertig jaar in onze zaal. Wij lieten hem al opwarmen met een wandeling langs zijn vijf favoriete plekken in zijn en onze stad.

Achtersikkel, Biezekapelstraat
Een van de mooiste plekjes van Gent, en toch kennen veel Gentenaars het niet.

‘Het gerenoveerde pleintje met zijn kenmerkende toren ligt aan de achterkant van het Conservatorium en is nu ook de officiële ingang van de Miry-concertzaal. Ik ben al sinds 1977 verbonden aan het Conservatorium: eerst als student, dan als docent, en uiteindelijk als hoofddocent compositie en orkestdirectie.’
Les oiseaux de Mr. Maeterlinck, Predikherenbrug
Aan de achterkant van Het Pand staat een boom waar blauwe vogels in wonen.

‘Het is een restant van het Lichtfestival van 2012. Het is van de hand van een Franse studio, Pitaya, en verwijst naar “L’oiseau bleu”, een toneelstuk van de Gentse Nobelprijswinnaar Maurice Maeterlinck. Vanwege die link heeft de stad het ook gekocht. Het sprookje gaat over een arm houthakkersgezin, waar kinderen ’s nachts bezoek krijgen van een fee die hen de opdracht geeft op zoek te gaan naar een blauwe vogel – die dan symbool blijkt te staan voor de zoektocht naar geluk. De vogels van dit kunstwerk zie je alleen ’s nachts. Wie ze overdag zoekt, vindt ze amper.’
Sint-Michielsbrug
Dit is gewoon een van de mooiste uitzichten van heel Europa.

‘Er is één bepaald punt op de brug vanwaar je zowel de Sint-Niklaaskerk, het Belfort als de Sint-Baafskathedraal bijna volledig kan zien. En je hoeft geen stap te verzetten om ook de Graslei en de vogels van Maeterlinck te zien. Zo veel tijdperken komen samen op die plek. Ik begin dan te denken: hoe zou het hier geweest zijn 250 jaar geleden? Of als je verder teruggaat, naar de 15e eeuw, toen de Noordzee nog tot aan Damme kwam en Gent meer faam had dan Parijs? De Graslei was een van de belangrijkste havens van Europa, van hieruit vertrok Keizer Karel via de Leie en de Lieve naar Spanje. Al die geschiedenis, recht onder je neus.’
Vijdkapel, Sint-Baafskathedraal
Joos Vijd is de koopman die het ‘Lam Gods’ heeft besteld bij Jan van Eyck.

‘De Vijdkapel is speciaal geschilderd zodat het licht perfect zou zijn voor het "Lam Gods". Ik ben er honderden keren geweest en altijd kom ik er tot rust. Een magische plek. Intussen is het schilderij verhuisd (naar de Sacraments­kapel, achteraan in de kerk, red.), maar ik heb nog geweten dat het in de Vijdkapel hing en iedereen zelfs gewoon de panelen eigenhandig kon openen of weer toedoen. Ondenkbaar vandaag de dag. Elke keer weer kun je iets nieuws ontdekken in het schilderij. Je moet eens letten op de weerspiegeling in alles wat glas is, of in de diamanten die in de gewaden geweven zitten. Of neem het portret van Vijd zelf op de achterkant: dat is zo goed geschilderd dat men achteraf heeft kunnen vaststellen dat de man aan aderverkalking moet hebben geleden.’
Concertzaal De Bijloke
Het is onwaarschijnlijk welke evolutie deze zaal heeft doorgemaakt.

‘Het is lang een ziekenhuis geweest, in de Tweede Oorlog werden er zelfs gewonden opgevangen. Als je ziet wat ze er vandaag van gemaakt hebben: een pareltje! Qua akoestiek is het een topzaal, kamer- of pianorecitals klinken er fenomenaal. En dat gebinte: indrukwekkend. Hoe ze van een veel te grote ziekenzaal een concertzaal hebben gemaakt, petje af. De concertzaal hoort thuis in de Europese top, maar door corona heeft ze nog niet echt naam kunnen maken. Dat is maar een kwestie van tijd, de internationale gasten zullen de faam wel doorgeven, en over vijf tot tien jaar weet heel Europa welke fantastische concertzaal Gent heeft.’