De leading ladies van de muziek

Twee voorjaarsconcerten focussen op vrouwelijke componisten. Francesca Caccini, Barbara Strozzi en Eva Reiter horen tot de zowat 5.000 vrouwelijke toondichters ons bekend sinds de jaarrekening - of amper meer dan 10 procent van het totale aantal. Auwch.

 

Sofie Taes

Niets menselijks is de kunsten vreemd. Trends die het publieke leven roeren, verschijnen ook als pukkels op de muziekgeschiedenis. Zoals de strijd om gendergelijkheid, die niet enkel in senaat en op straat maar ook op de bühne is beslecht. Of ernaast. Want tot ver in de 19e eeuw waren vrouwelijke musici, dirigenten en componisten zeldzame verschijningen in een ondoordringbaar mannenbastion.

Toegegeven, de voorbeelden zijn schaars. Maar dat vrouwen al eeuwenlang muzikaal actief zijn op topniveau, is zo klaar als een klontje. Hildegard von Bingen (1098-1179) was in de middeleeuwen al een cultfiguur. In de renaissance schopten de Spaanse non Gracia Baptista en de Italiaanse Maddalena Casulana het met hun meerstemmige werken tot op de drukpers. En eind 16e eeuw waren er de ‘concerti delle donne’: ensembles van virtuoze zangeressen die in Noord-Italië furore maakten.

Zij vormden het kweekschaaltje waarin begin 17e eeuw nieuwe professionele mogelijkheden voor vrouwelijke musici werden geboren. Die evolutie hangt samen met de verbreding van het muziekleven tot voorbij hof- en kerkmuren, maar komt ook op het conto van de dames: zij wisten zich met hun specifieke timbre, stemkwaliteiten en expressieve mogelijkheden een plaats in de markt te kerven.

Prima donna

In de opera voerden vrouwen al gauw het hoogste woord. Tragische heldinnen - type Eurydice en Dido - hielpen niet bepaald om genderstereotypen te doorbreken, maar creëerden wel rollen waarin zangeressen zich naar een internationale carrière konden zingen. En zo verschenen er nieuwe sterren aan het firmament. Vittoria Archilei en Andriana Basile, bijvoorbeeld. Zij plaveiden de weg voor de Venetiaanse successopraan Anna Renzi, die aan de wieg staat van het prima-donnaschap. In het zenit daarvan: de legendarische diva’s Faustina Bordoni en Francesca Cuzzoni, die elkaar in Händels Londen de pruik van het hoofd klauwden.

Francesca Caccini
"Met de triomftocht van de Italiaanse opera in de 18e eeuw klommen vrouwelijke musici ook elders in Europa naar de top"

Inmiddels had Francesca Caccini met ‘La liberazione di Ruggiero’ (1625) haar eerste opera - de eerste ooit van een vrouwenhand - voor een publiek gekregen. Barbara Strozzi schreef dan weer geschiedenis met haar motetten, cantates, aria’s en madrigalen. Ze droeg haar composities op aan rijke mecenassen, maar een broodschrijver was Strozzi niet. Diverse liedteksten bevatten haar naam: de trotse signatuur van een zelfbewust kunstenaar.

Met de triomftocht van de Italiaanse opera in de 18e eeuw klommen vrouwelijke musici ook elders in Europa naar de top, van Catherine Tofts in Engeland tot Gertrud Elisabeth Schmeling in Duitsland. 

Maar ondanks die barstjes in het glazen plafond bleven kansen om muziek te studeren, te spelen en te publiceren beperkt. In de slipstream van de industriële revolutie deed de revolte van de vrouwenbeweging ook in de kunsten oeroude vooroordelen wankelen. Componisten als Ethel Smyth streden een leven lang - doorgaans tevergeefs - om een plek op de concertaffiche. Intussen had de wereld wel z’n Louise Farrenc, Fanny Mendelssohn en Clara Schumann, maar gelijke kansen waren een verre droom. Zo lieten de nu geseculariseerde conservatoria wel vrouwen toe, maar dan enkel voor ‘lichtere’ opleidingen: meisjes werden niet geacht componist of dirigent te worden, maar zangeres, pianist, leerkracht of gastvrouw van een salon voor (mannelijke) intellectuelen.

Van curiosum naar canon

In de 20e eeuw realiseerden musici als Rebecca Clarke, Maria Callas, Martha Argerich en Marin Alsop en componisten als Lili Boulanger, Amy Beach, Florence Price, Kaija Saariaho en Sofia Goebaidoelina een hoop ‘eerste keren’. Inmiddels vindt geen mens het nog vreemd dat meisjes dezelfde opleiding krijgen als jongens, dat bij de Berliners ook galajurken óp het podium zitten, dat de chef d’orchestre naar ‘Madame’ luistert en Johann Sebastian broederlijk naast Francesca, Barbara en Eva staat.

Maar de kous is niet af. In het nieuwe millennium ligt de focus op de vrouw als kunstenaar onder vuur. Broek, rok, hotpants - het zou niet uit mogen maken. Vrouwen verdienen het om niet tegen hun seksegenoten maar wel tegen de besten van hun vakgebied gewogen te worden. Daarvoor heeft de muziekwereld echter nog wat speldenprikken nodig: kansen om gezien en gehoord te worden. Uit het curiositeitenkabinet met die dames. Op naar de canon!