‘Ik wou toen niet uniek klinken’

Haar muziek klinkt als een oud verhaal dat je nog nooit op deze manier hoorde. Cécile McLorin Salvant mixt jazz met folktradities, vaudeville, blues, barok en ze schuwt ook een streepje theater niet. Het leverde haar drie Grammy’s op. En een plek in onze Concertzaal. 

In 2010 stapte Cécile McLorin Salvant voorzichtig en onopvallend op het podium van de prestigieuze Thelonious Monk International Jazz Competition. En toen begon ze te zingen... In diezelfde periode bracht ze haar eerste plaat ‘Cécile’ uit. Ze werd de lieveling van het publiek én van de jazzjournalisten. Haar drie laatste cd’s waren goed voor de Grammy voor Best Jazz Vocal Album. Onopvallend is ze sindsdien nooit meer geweest. 

Nochtans viel ze ook op de lagere school al op. ‘Als ik in de Franse les een gedicht voordroeg, maakte ik daar altijd een groots melodrama van, inclusief over de vloer rollen’, liet ze zich ooit ontvallen in een interview. 

Die Franse les kreeg ze in Miami, Florida. Salvant (32) heeft een Franse moeder die werd geboren in Tunesië en opgroeide in verschillende Afrikaanse en Latijns-Amerikaanse landen voor ze in Miami een ‘French Immersion School’ stichtte. Haar vader is een arts met roots in Haïti en haar beide ouders maakten er een tijdlang een punt van om thuis, met de kinderen, alleen maar Frans te spreken. 

Qua muziekstijl waren ze minder selectief. Van jongs af werd er thuis geluisterd naar jazz, Haïtiaanse muziek, r&b, hiphop, reggae, bluegrass, disco, Motown, klassiek, fado, Senegalese en Kaap- verdische muziek, Frans chanson... Vanaf haar vijfde leerde Salvant klassieke piano en op haar achtste zong ze in een kinderkoor. 

Aix-en-Provence 

‘Ik weet niet of ik ooit met jazz begonnen was als ik in de VS gebleven was’, vertelde de zangeres in 2019 aan JazzTimes. Voor ze verder ging studeren reisde ze naar Aix-en-Provence, oorspronkelijk om er een sabbatjaar te houden, maar ze schreef zich al snel in voor een voorbereidend jaar op een universitaire rechtenstudie én ze wou er ook verder met haar klas- sieke stemscholing. Ze kreeg er jazz van saxofonist 
Jean-François Bonnel, die haar stimuleerde om aan een jazzcarrière te denken. 

‘In Aix was ik omringd door mensen die oprecht van jazz hielden, van de geschiedenis van de muziek, en die het als een kunstvorm zagen. Net zoals veel Amerikanen van mijn leeftijd ging ik er toen van uit dat jazz afgeborsteld, oud, intellectueel en vooral niet erg opwindend was.’ 

Even later, op haar 21, won Salvant de prestigi- euze Thelonious Monk International Jazz Competition. ‘Zo’n stem hoor je maar eens in de twee generaties’, zei Wynton Marsalis jaren later tegen The New Yorker, na een tournee met het wereldver- maarde Jazz at Lincoln Center Orchestra. 

Salvant is volop ‘Ogresse’ aan het afwerken, een heuse animatiefilm waarvoor ze de muziek schreef én tekende

Sarah Vaughan 

Haar stem wordt vergeleken met die van Sarah Vaughan, Abbey Lincoln, Betty Carter, Billie Holiday. Salvant vertelde daarover tegen NPR Music: ‘Ik moet een jaar of veertien geweest zijn toen ik verliefd werd op de stem van Sarah Vaughan. Zo virtuoos, met zoveel kleur en textuur. Ik wou toen niet uniek klinken, ik wou zoveel mogelijk als haar klinken. Dus ik spendeerde veel tijd met luisteren en uitzoeken hoe ze haar stem gebruikte. En hoe meer ik luisterde en obsessief andere zangeressen bestudeerde, hoe meer ik begon te beseffen dat ik zelf ook iets te vertellen had.’ 

Vandaag heeft Salvant vijf albums op haar naam staan, allemaal goed voor nominaties, prijzen en awards. En er is meer. Het afgelopen jaar zorgde voor inspiratie. Ze is volop ‘Ogresse’ aan het afwerken, een heuse animatiefilm waarvoor ze de muziek schreef én tekende. Daarvoor werkt ze samen met de Belgische animatrice Lia Bertels. Behalve tekenen borduurt ze ook én schildert ze prachtige doeken. 

‘Je weet hoe dat gaat op tournee, dat is veel wachten. Ik had wat papier bij me en begon te tekenen, eerst eenvoudige dingen. Tien jaar later hoort het bij de dingen die ik het liefste doe’, vertelde ze onlangs in een Facebook Live-gesprek met ‘Afrika’s eerste diva’ Angélique Kidjo voor het NJPAC (New Jersey Performing Arts Centre). Ze vertelde er ook hoe haar nieuwe album ‘Ghost Song’ tot stand kwam, dat begin volgend jaar verschijnt. ‘Normaal duiken we vier dagen de studio in en komen we buiten met een afgewerkte plaat. Deze keer boekten we een dag in de studio en lieten het materiaal maandenlang sudderen en rijpen. Zo bouwden en boetseerden we langzaam verder aan het album.’ 

Ze gaf er zelfs prijs hoe ze songs schrijft: ‘Ik herinner mij de muziek. Ik ga graven en dat neem ik dan op met mijn telefoon. Het klinkt als een lied dat ik al kende maar weer vergeten was.’ Als een oud verhaal dat nog nooit op deze manier is verteld. 

Femke Coopmans 

<  Meer Verhalen