Big Little Music houdt halt in Praag


Op ons kamermuziekfestival Big Little Music richt curator Anneleen Lenaerts de spots op de hoofdstad van Bohemen. Om alvast in de stemming te komen nemen we je mee op een muzikale citytrip naar Praag, thuishaven van Bedřich Smetana en Antonin Dvořák. Vítejte!

Reizigers die anno 1890 arriveerden in het "Frans Jozef-station in Praag, konden met een beetje geluk een groot componist tegen het lijf lopen. Druk in een schriftje krabbelend liep Antonín Dvořák er bijna dagelijks over de perrons. Hij noteerde de nummers van de locomotieven en begroette de conducteurs, die hij bij naam kende. De bebaarde beenhouwerszoon was geboren op het platteland, maar raakte gefascineerd door treinen toen hij in 1857 mocht beginnen studeren aan de orgelschool van Praag. Tot aan zijn dood bleef Antonín Dvořák een fanatieke trainspotter, al gebood hij regelmatig zijn studenten aan het Praagse conservatorium om in zijn plaats het benenwerk te doen. Het Frans Jozef-station heet vandaag gewoon Praag Hoofdstation en is nog steeds een nationaal en internationaal spoorknooppunt. Geen betere plek om een verkenningstocht door Praag te beginnen dan hier.

De Tsjechische hoofdstad kende een woelige geschiedenis, maar ontsnapte grotendeels aan de verwoestingen van de Tweede Wereldoorlog. Het historische centrum is een smörgåsbord van architectuurstijlen, van gotiek over renaissance tot art nouveau, en staat sinds 1992 op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Van op Vysehrad, de duizend jaar oude citadel in het zuiden van de stad, zie je rijen en rijen van spitse torens de lucht in priemen. Een van die torens hoort bij de Sint- Adalbertkerk, waar Dvořák in 1874 huisorganist werd.

Voordien speelde hij altviool in verschillende groepen en orkesten, waaronder dat van het Voorlopige Theater, het tijdelijke onderkomen van het Nationaal Theater in afwachting van een eigen operagebouw. Bedřich Smetana stond aan het hoofd van dat orkest als een van zijn opera’s uitgevoerd werd, zoals ‘De Brandenburgers in Bohemen’ of ‘De verkochte bruid’. In eigen land kenden Smetana’s vooruitstrevende opera’s veel succes wegens de herkenbaarheid van de personages en de nationalistische thema’s, maar over de grenzen bleven ze onopgemerkt.

Dvořák daarentegen raakte in het buitenland wel een gevoelige snaar, omdat hij erin slaagde Slavische volksdeuntjes te vertalen naar de klassieke concertzaal. Daarbij kon hij rekenen op de steun van Joseph Brahms. Deze stercomponist was een vurige pleitbezorger van de jonge Bohemer, die hij omschreef als ‘erg getalenteerd en erg arm’. Als je wil weten waar Dvořák zijn inspiratie haalde en bestand bent tegen een stevige portie horlepiep, kan je in juli terecht op de Prague Folklore Days, die plaatsvinden rondom het Wenceslausplein. Dit stadsfestival nodigt volksdans- en folkloristische muziekgroepen van over de hele wereld uit om hun regio in de kijker te zetten.

Dat de naam Smetana toch een belletje doet rinkelen bij de meeste klassiekliefhebbers heeft de componist voornamelijk te danken aan ‘Má Vlast’, een cyclus van zes symfonische gedichten over zijn ­vaderland. Een van de gedichten beschrijft de loop van de Moldau, de rivier die Bohemen en Praag doormidden klieft. De Karelsbrug, in de 14e eeuw gebouwd onder keizer Karel IV, is een van de achttien Praagse bruggen die de oevers van de stad verbinden. Dertig – voornamelijk religieus geïnspireerde – beelden uit de 18e en 19e eeuw omzomen het wandelpad van de brug, waarop in de zomer regelmatig een jazzband buskt.

Ten zuiden van de Legioenenbrug, vlak bij het Nationaal Theater, ligt het Slavische eiland. In het pastelkleurige Žofín-paleis aan de zuidkant van dat eiland vonden verschillende historische premières plaats, waaronder die van Dvořáks ‘Symfonische variaties’. Wie tegenwoordig wil genieten van klassieke muziek in Praag, moet afzakken naar het Rudolfinum, de thuisbasis van het Tsjechisch Filharmonisch Orkest en de locatie van het Lentefestival. Dat gaat jaarlijks van start op 12 mei, de sterfdatum van Smetana, uiteraard met een uitvoering van ‘Má Vlast’.

Smetana en Dvořák liggen begraven in Vysehrad, de citadel met het prachtige uitzicht over Praag. Daar bevinden ze zich in het goede gezelschap van onder meer pianist Vilém Kurz, die bekend werd met zijn gereviseerde versie van Dvořáks ‘Pianoconcerto’. Volgens Kurz was de originele versie geschreven voor een pianist met twee rechterhanden. Leg je oor tegen de grond om te horen of de twee het ondertussen eens zijn. 

Tom Janssens