Een nieuw leven voor een oude cultfilm

De cultfilm ‘A Page of Madness’ krijgt in De Bijloke tekst van psychiater Dirk De Wachter en een nieuwe soundtrack. Maar wat hoort de luisteraar er wel en niet in, vraagt de Gentse componist Daan Janssens zich af. 

Hoe luistert een publiek naar nieuwe muziek? Als componist vraag ik me dat vaak af. Soms werk ik maandenlang aan een nieuwe compositie. Ik heb dat stuk dan misschien wel honderd keer in mijn hoofd doorgelezen. Maar als die compositie wordt uitgevoerd, hoort een luisteraar ze voor het eerst. Wat hoort hij of zij dan precies? En hoort elke luisteraar hetzelfde?

Sommige vrienden hebben al veel muziek van me gehoord. Dat geldt ook voor mijn vrouw, of studenten die bij me studeren aan het conservatorium. Ze kennen mijn muzikale taal. Waarschijnlijk luisteren ze helemaal anders dan mensen die voor het eerst werk van me horen. ‘Kenners’ van mijn werk maken misschien linken met andere stukken. Ze herkennen ‘tics’ die typisch zijn voor mijn muziek. Mijn vrouw herkent dan misschien weer fragmenten uit een nieuw werk, omdat ze me thuis keer op keer akkoorden hoorde tokkelen op de piano.

Als componist creëer je met elk stuk een wereld met eigen wetmatigheden en interne samenhang. Soms is het boeiend om in een stuk spelletjes te spelen, om zaken met elkaar te verbinden, een motief volledig getransformeerd later in een stuk te hernemen, zonder dat dat altijd per se meteen hoorbaar is. Dat hoeft geen probleem te zijn. In muziek van Brahms, Wagner of Guillaume de Machaut gebeurt ook veel 
dat niet altijd hoorbaar is.

Een vriend hoorde in mijn muziek zaken die ik nooit zo bedoeld had. Eigenlijk was het prachtig

Maar misschien heb je niet altijd in de hand hoe je stuk overkomt op de luisteraar. In de muziek die ik schreef voor ‘A Page of Madness’, een Japanse stille film van Teinosuke Kinugasa uit 1926, heb ik de relatie muziek-beeld op een heel traditionele manier benaderd. Ik heb consequent bepaalde motieven of instrumenten verbonden met een bepaald personage of gebeurtenis. Zo is de snaredrum het instrument van de danseres, en klinkt er altijd eenzelfde melodie wanneer een personage zich de werkelijkheid anders voorstelt dan hoe die waarschijnlijk is. Veel mensen die ik na de voorstelling sprak, hadden die relaties helemaal niet opgemerkt.

Een goede vriend van me zei dat voor hem de snaredrum een verklanking was van het weigeren in de pas te lopen. Hij had er nooit op gelet dat de snaredrum altijd de danseres begeleidt. Maar eigenlijk was dat prachtig. Hij maakte een associatie die ikzelf nooit gemaakt had. Hij hoorde in de muziek zaken die ik nooit zo bedoeld had, maar die natuurlijk wel zo gehoord kunnen worden. Misschien moet je er als componist niet te veel mee inzitten hoe een luisteraar je werk hoort. Misschien moet een componist een werk maken waar een rijkdom aan mogelijke associaties in vervat zit.

Muziek die de luisteraar uitnodigt om er zijn eigen lezing van te maken. En misschien moet je als luisteraar ook niet alles willen horen wat de componist er tijdens het creatieproces in gestoken heeft, maar kan je je gewoon laten leiden door het sonore parcours dat de componist voor je heeft uitgestippeld. Dat lukt natuurlijk ook niet altijd. Zeker niet de eerste keer. Maar misschien is dat dan juist een uitnodiging om nog eens te luisteren?