Abel Selaocoe: cello tussen Bach en Afrikaanse traditionals


Als muziek geen nationaliteit heeft, dan is Abel Selaocoe daarvan het bewijs. De Zuid-Afrikaanse cellist ontpopte zich in geen tijd tot een meester in het samenbrengen van verschillende muzikale werelden. Maar dat is maar één verklaring voor zijn magnetische aantrekkingskracht.

Met zijn toegewijde boogstreken en onna­volgbare, soulvolle stem­geluiden weet Abel Selaocoe elk publiek mee te zuigen in een unieke mozaïek van muzikale sferen, genres, stijlen en visies. In De Bijloke gaat hij bovendien in dialoog met de Oosten­rijkse slagwerk­kunstenaar Bernhard Schimpelsberger. Het belooft een roadtrip vol muzikale sluip- en binnenwegen te worden, even avontuurlijk als het leven van de fascinerende artiest zelf. Waar is thuis? Voor de 28-jarige Abel Selaocoe is het vast een uitdagende vraag. Het Royal Northern College of Music (RNCM) in Manchester misschien, een inspiratie­volle omgeving waar hij tot 2016 ­studeerde. Minstens even belangrijk zijn zijn Zuid- Afrikaanse roots. Artistiek spreekt hij dus zowel Bach als zijn voorouders aan. Zijn pizzicatospel op de cello roept her­inneringen op aan het getokkel van griots (traditionele verhalenvertellers) op hun harpluit. Uit Selaocoes composities spreekt diezelfde blik op verschillende werelden. Noem het fusie, versmelting, métissage … Het is een hoogstpersoonlijke manier om een toevlucht te zoeken, een thuis te vinden waar hij zich comfor­tabel voelt.

Mlungisi Mlungwana
"Zijn combinatie van Zuid-Afrikaanse liederen met Stravinsky en traditionals uit Mali: het werkt gewoon"

Focus

Selaocoe groeit op in Sebokeng, een township in het zuiden van de Zuid- Afrikaanse provincie Gauteng. Negen jaar is hij, en cello ­studeren is geen evidente keuze. Samen met zijn broer trekt hij naar Acosa, een muziekschool in het 50 kilo­meter verderop gelegen Soweto. Ze hebben daar maar weinig instrumenten, waardoor oefenen enkel in de weekends kan. Zijn broer ontfermt zich op dat moment over hem en ontpopt zich tot een echte leraar. Hij zoekt op welke toonladders je onder de knie moet krijgen en hoe je een strijkstok moet vasthouden. In de week studeert de jonge Abel die theorie en probeert op een bezemsteel de vingerzettingen en de boogstreken uit. Op zaterdag kan hij zich uitleven op een echte cello. Na een tussenstop bij het hoog aangeschreven Saint John’s College in Johannesburg vertrekt hij in 2010 met een beurs naar het RNCM om bij Hannah Roberts te studeren. Focus, daar draait het allemaal om. De focus op de fysieke gewaarwording – de vingers voelen neerdalen op de snaren – of op de emotionele verbondenheid: samen met het publiek een mentale reis maken, onttrokken aan de concertruimte.

Identiteit

Twijfel over zijn keuze voor de cello heeft Selaocoe nooit gehad. De mogelijkheden op de cello zijn dan ook onuitputtelijk. Denk maar aan de warme diepe klanken, de heldere hoge sonoriteit en alles daar­tussen, dat zo mooi combineert met de menselijke stem. Artistiek kan hij zich uit­leven als solist, in kamermuziekverband, in barokensembles en in symfonische orkesten met een repertoire dat reikt van traditioneel over folk en jazz tot hedendaags Je vraagt je wel eens af of Selaocoe zich een klassieke muzikant voelt die ­Afrikaan­se muziek speelt of eerder omgekeerd. Zijn klassieke repertoire, van Debussy over Schumann tot Haydn en Britten, is uitgegroeid tot een fundament, naast een ruime en stevige Afrikaanse basis. Je zou het kunnen vergelijken met twee tektonische platen die nu eens onder en dan weer boven elkaar schuiven. Hij wandelt en springt van de ene naar de andere. Via improvisatie, ritmische souplesse en zang in een veelheid aan talen lardeert hij het westerse klassieke repertoire met Afrikaanse traditionele werken. Neem zijn combinatie van bijvoorbeeld liederen van de Zuid-Afrikaanse zangeres Miriam ­Makeba met Stravinski en traditionals uit Mali: het werkt gewoon. De energie en de ritmiek liggen soms verrassend in elkaars verlengde. Kamermuziek in al haar diversiteit. Met een brede en open blik gaat Selaocoe samenwerkingsverbanden aan. In 2016 combineert hij zijn cello en stem in het trio Chesaba met basgitaar en percussie als djembe, kora, ngoni en kalebas. Er staat vooral Zuid-Afrikaanse muziek op het repertoire, inclusief eigen composities. Het Kabantu-kwintet (gitaar/banjo, viool, cello, contrabas en percussie) zoekt dan weer de lijnen op die de tradities uit Brazilië, Bulgarije, Zuid-Afrika en Schotland met elkaar verbinden. De muzikanten leerden elkaar kennen aan het RNCM in Manchester. Met vier gingen ze van start, maar al snel voegde een straatmuzikant die ze toevallig hoorden zich bij hen. En zo zijn er nog toevallige ontmoetingen geweest. Het Manchester Collective bijvoorbeeld, een ensemble waarmee hij vooral klassiek repertoire brengt, westers én Afrikaans. In De Bijloke gaat Abel Selaocoe op verkenning met slagwerkkunstenaar Bernhard Schimpelsberger. Ritme is voor beiden verbindend en cultuuroverstijgend. Het gaat over zoveel meer dan maatslagen. Het gaat over kleur, textuur en melodie. En over identiteit dus. 

Johan Van Acker